Was de appels, halveer ze en verwijder het klokhuis. Snijd ze in zeer dunne halve maantjes (ongeveer 2-3 mm dik).
Vul een kom met water en voeg het citroensap toe. Leg de appelpartjes in het water om verkleuren te voorkomen.
Verhit het water met de appels een paar minuten in de magnetron of op het fornuis, tot de appelpartjes zacht zijn. Dit maakt het gemakkelijker om ze straks op te rollen. Giet de appels daarna af en dep ze droog met keukenpapier.
Bestuif het werkblad licht met bloem en rol elk vel bladerdeeg een beetje uit tot een rechthoek.
Snijd elk vel in de breedte doormidden, zodat je 6 lange, smalle stroken hebt.
Meng de Melvita bloemenhoning met de kaneel en smeer een dunne laag van dit mengsel over elke strook bladerdeeg.
Leg de appelpartjes langs de bovenkant van elke bladerdeegstrook, met de ronde kant van de appelpartjes net boven de rand van het deeg. Laat de appelpartjes elkaar licht overlappen.
Vouw de onderkant van het bladerdeeg omhoog, zodat de appels gedeeltelijk bedekt zijn.
Rol elke strook bladerdeeg voorzichtig op van één uiteinde naar het andere, zodat er een roosje ontstaat. Zorg dat de appels stevig blijven zitten terwijl je rolt.
Plaats de opgerolde roosjes in een ingevette muffinvorm, zodat ze tijdens het bakken hun vorm behouden.
Bak de appelroosjes 35-40 minuten in de voorverwarmde oven, of totdat het bladerdeeg goudbruin en krokant is. Let erop dat de appels niet verbranden; als ze te donker worden, dek ze dan losjes af met aluminiumfolie.
Haal de appelroosjes uit de oven en laat ze iets afkoelen.
Bestrooi de roosjes met een laagje poedersuiker voor een mooi effect.